Miljoenensteden in China worden hermetisch afgesloten. Het publieke leven wordt er stilgelegd. Alle mensen die China willen verlaten of binnengaan worden streng gecontroleerd of simpelweg geweigerd. Internationale vluchten worden geannuleerd. Landen evacueren zelfs burgers en halen ze uit China terug om ze vervolgens in quarantaine te plaatsen. Het hoofd van de wereldgezondheidsorganisatie WHO, Tedros, zegt dat het een een grote bedreiging is voor de hele wereld en het nieuwe coronavirus “publieke vijand nummer 1” is.[1]
Naarmate Covid-19, zoals het nu genoemd wordt, zich verder verspreidt, neemt ook de angst toe. Een toonaangevende epidemioloog uit Hong Kong, Gabriel Leung, voorspelde in februari 2020 dat 60% van de wereldpopulatie getroffen zou kunnen worden met het virus. Zelfs als het sterftecijfer zo laag blijft als in het begin, namelijk 1%, zou het dodental door Covid-19 enorm zijn. Tenzij, zegt Leung, we op de juiste manier reageren.[2]
Aanvankelijk leek deze kwestie ver verwijderd van mijn eigen leven. Letterlijk en figuurlijk. Zoals het geval was voor de meeste mensen in de wereld, Tenminste, buiten China. Al vrij snel werd er echter officieel melding gemaakt van een man in de Verenigde Staten die het nieuwe virus bij zich droeg. Namelijk in Seattle, de stad waar ik leef op het moment van schrijven. Bovendien, een van mijn huisgenoten bij NalandaWest, het boeddhistisch centrum van onze sangha aldaar, studeert aan de Universiteit van Washington (UW). Drie mensen daar waren onder toezicht geplaatst. We hadden zelfs een vrouw met haar kind op bezoek, direct vanuit China. Wat mij ook herinnerde aan mijn eigen (Chinese) vrienden die daar leven of geboren zijn. Hierdoor kreeg Leung zijn vraag een persoonlijke dimensie en urgentie: how reageer ik – wij, als individuen? Wat is de juiste manier?
Door een publieke melding probeerde de UW mensen gerust te stellen door vetgedrukte zinnen over de situatie. “Dit zijn geen bevestigde gevallen.” En: “Er is slechts een bevestigd geval van het nieuwe coronavirus in de Staat Washington. Het is in Snohomish County en is niet verbonden met de UW-gemeenschap.”[3] Zelf voelde ik dat mijn alertheid hierdoor juist aangewakkerd werd. Iets vergelijkbaars gebeurde toen onze gast ons probeerde te verzekeren dat zij en haar zoon niet uit het gebied kwamen waar Covid-19 begon (de stad Wuhan, China).
Journalisten wereldwijd, online, in kranten en tijdschriften, grijpen ieder nieuw geval aan om tekortkomingen van maatregelen te benoemen, de impact te laten zien en de serieusheid te benadrukken. Soms vanuit een goede intentie – ook om mensen te informeren en gerust te stellen. Zoals de universiteit en onze gasten. Vaak is de toon echter vooral omdat het nou eenmaal meer lezers trekt en (dus) geld oplevert: angst verkoopt.
Bedoeld of onbedoeld is de uitkomst van de manier waarop overheden, organisaties en media reageren: toenemende angst & paniek. Maar dat niet alleen: In Europa melden mensen met een Aziatisch uiterlijk dat ze racistisch worden bejegend. In verschillende landen in Azië zelf ondervinden Chinezen vergelijkbare reacties.
De 12-jarige Iris – Nederlandse met een Chinese achtergrond – legde bijvoorbeeld uit aan de NOS dat het is alsof Chinezen de schuld krijgen van het virus. Ze is bang dat mensen niet meer met Chinese mensen willen praten vanwege het virus. “Bij het ebolavirus een paar jaar geleden zeiden mensen ook niet: dat is het Congo-virus. Ik hoop dat mensen dat kunnen inzien en minder racistisch kunnen zijn.” Olaf Tempelman schreef in de Volkskrant dat het raakt aan onze (nationale) identiteit, ook al is dat vaak gebouwd op historisch drijfzand.
Covid-19 is daarmee niet alleen een virus waarmee ieder individu ter wereld besmet kan raken. Het heeft direct effect op de manier waarop we met elkaar omgaan. Het legt een visie op onszelf en de wereld bloot die niet alleen directe oplossingen in de weg kunnen staan, maar het lijden van enorm veel mensen vergroot en een harmonieuze wereldgemeenschap verhindert.
Stel je eens voor dat je zelf in Wuhan of de provincie Hubei zou wonen? Of, waar ook ter wereld, getroffen bent door het nieuwe coronavirus? Of misschien niet besmet bent, maar wel een Aziatisch uiterlijk hebt of, specifieker, anderen doet denken dat je Chinees bent? Hoe zou je willen dat mensen op jou reageren in deze situaties? Deze vragen raken aan onze eigen visies en houding.
Er zijn ten minste twee mogelijke houdingen die ‘de ander’ kan aannemen. De eerste is door afstand te nemen. Daarmee bedoel ik niet zozeer afstand in fysieke zin. Dat kan bij een virus juist verstandig zijn. We kunnen onmogelijk iemand helpen als we zelf ziek worden. Om vergelijkbare redenen kunnen we dankbaar zijn voor iedereen die hard werkt om de kwesties op te lossen die het nieuwe coronavirus met zich mee brengt.
Ik bedoel afstand nemen in mentaal opzicht en de manier waarop wij anderen behandelen met onze woorden en acties. We kunnen ons ‘geestelijk’ verwijderen van ‘de ander’. Zowel als individu of als een groep (zoals een land). Onderliggend is een focus op onszelf en een ‘wij’ in tegenstelling tot ‘hen’. Tempelman spreekt over ‘buiten’ en ‘binnen’. Het vrijwel automatische gevolg van deze houding is passie, agressie, vooroordelen en kan, bijvoorbeeld, leiden tot racisme. Wat het lijden bij ‘de ander’ maar ook onszelf vergroot.
Deze houding berust simpelweg op onwetendheid. Of, zoals de 12-jarige Iris het treffend verwoordde: dit is niet de realiteit. Het mist zowel wijsheid als compassie. Ons leven is kwetsbaar. We kunnen allemaal door een virus getroffen worden. En net als ieder ander willen we niet lijden, maar juist een gelukkig leven. Ongeacht waar we leven of hoe we eruit zien. In deze zin zijn we allemaal hetzelfde en is er geen ‘buiten’ – alleen ‘binnen’. Broeders en zusters, zoals de Dalai Lama vaak zegt. De tweede houding die we kunnen aannemen is daarom een van compassie.
Zelfs als we ons richten op ons eigen welzijn kunnen ons dit realiseren. Het nieuwe coronavirus toont eens te meer dat geen individu, maar ook geen land, geïsoleerd kan leven. We zijn (van nature) wederzijds afhankelijk van elkaar. Economisch, politiek, sociaal en cultureel – we zijn diep met elkaar verbonden. Sterker nog, het is niet alleen makkelijk tegenwoordig om wereldwijd handel te drijven en overal naartoe te reizen. Mensen met verschillende achtergronden wonen steeds vaker op dezelfde plek en er ontstaan steeds meer ‘gemengde’ gemeenschappen. Aangezien dat het geval is, waarom dan niet proberen vanuit compassie te leven?
Afstand nemen van een ander zorgt niet voor meer vriendelijkheid en harmonie. Het zal ook een virus zoals Covid-19 er niet van weerhouden zich te verspreiden. Door elkaar te helpen kunnen we makkelijker op de juiste manier reageren en een beetje betere wereld tot stand brengen. Dit vraagt van overheden, organisaties en media om vanuit een gedeeld welzijn te denken, te spreken én te handelen. En het vraagt van ons allemaal om onze houding ten opzichte van anderen te veranderen.                   Â
Virussen als Covid-19 zullen blijven komen en zich proberen zo snel mogelijk te verspreiden. Dat is nou eenmaal de aard van een virus. Onrustige situaties in het algemeen zullen blijven komen. Het is deel van ons leven als mens. De vraag is vooral hoe we hiermee persoonlijk omgaan. Het maakt niet uit wie we zijn. Met welke achtergrond. Of uiterlijk. Het nieuwe coronavirus toont de noodzaak om compassie als een mondiale vereiste te zien.
Fransiscus Ismaël is een Friese filosoof en moderne
Tibetaans-boeddhist. Hij schrijft en publiceert (online) over de toepassing van
filosofie en boeddhisme op ons dagelijks leven, o.a. op zijn website www.fransiscusismael.org).
[1] Source: https://www.reuters.com/article/us-china-health-who-idUSKBN2050YV, last visited on February 12th, 2020
[2] Source: https://www.theguardian.com/world/2020/feb/11/coronavirus-expert-warns-infection-could-reach-60-of-worlds-population, last visited on February 12th, 2020
[3] Source: https://www.washington.edu/news/2020/01/26/three-uw-students-in-seattle-screened-for-novel-coronavirus/, last visited on February 12th, 2020